Zussen
Caïside, de Paarse Fee, liep met haar zusje Caitir, naar het groene meer. Ze wilden daar samen graag gaan zwemmen, bloemen plukken en bloemenkransen maken. Caïside verheugde zich op de dag en hoopte dat Caitir zich vandaag goed zou voelen.
Caitir was een paar jaar jonger dan Caïside. De feeënzusjes leken heel erg veel op elkaar. Alleen leek het alsof Caitir vaak moe en ziekelijk was. Wanneer Caïside haar dan vroeg om mee te gaan zwemmen of buiten te gaan spelen, dan had ze geen zin of geen energie.
Caitir zat dan vaak maar een beetje op haar kamertje en keek uit het raam in hun kasteel over de bergen van Payatisnis. Of sloot zich helemaal af van de andere feeënzusjes.
Voordat Caïside geboren was, was er een andere Caitir. Deze Caitir is niet oud geworden, ze stierf toen ze 3 jaar was. Iedereen was zo verdrietig en voor moeder Fee Kylee was het zo pijnlijk, dat niemand ooit meer over de eerste Caitir sprak.
Maar een paar jaar na het overlijden van de eerste Caitir, was Kylee weer in verwachting. En na 9 maanden beviel zij weer van een Feeënmeisje. Iedereen was heel erg blij. Vader Kelvan en Kylee noemden het feeënmeisje Caitir; ter herinnering aan het feeënmeisje dat te vroeg naar de andere wereld was gegaan. En verder werd er niet meer over de eerste Caitir gesproken.
Toen de tweede Caitir 3 jaar oud was, werd ook zij ziek. De dokters konden niets vinden. Ze leek heel gezond. Toch was ze altijd moe. Ze had weinig zin om te spelen en bleef dan alleen op haar kamertje en staarde uit het raam over de bergen en dalen van Payatisnis.
Kylee en Kelvan maakten zich ongerust over hun dochter. Ze zagen dat ze anders was da de andere feeënkinderen en vroegen zich af hoe dat kon. “Ik zal eens naar onze lieve heks Eleonora gaan en haar vragen of zij weet wat wij kunnen doen voor onze lieve dochter”, sprak Kylee. “Dat lijkt mij een goed plan lieve vrouw”, antwoordde Kelvan.
Kylee vertrok naar Eleonora. Het was een hele reis, helemaal naar de andere kant van Payatisnis. Ze moest over het groene meer Metraprasi, langs de Lofos, de heuvel en dan door naar het woud Dasos, waar het huis van Eleonora middenin stond. Dus Kylee nam genoeg te eten en te drinken mee. Ze reed op Ginebra, haar eenhoorn begeleid door haar favoriete waakdraak Beacan. Beacan was niet groot, maar onverschrokken en heel goed in staat zijn bazin te verdedigen als dat nodig was.
Toen Kylee arriveerde bij het huis van Eleonora, stond de deur al open en Eleonora stond in de deuropening om haar te verwelkomen. “Ik wist al dat je zou komen Kylee, lieve zus. Kom binnen, was je handen en gezicht, dan eten en drinken we eerst samen en bespreken dan de reden van je komst”.
Zo gezegd, zo gedaan. Kylee waste haar handen in de parelmoeren bak met zilveren zeep. Ze droogde haar handen aan de doek, die rook naar verse bloemen en ging bij haar zus aan tafel zitten. De zussen aten en dronken samen en genoten ervan elkaar weer te zien.
“Lieve Kylee”, sprak Eleonora, “ik weet wat je hier brengt. Je maakt je zorgen om jullie jongste feeëndochter Caitir.”
“Dat klopt”, antwoorde Kylee, “we weten niet goed wat we met haar aan moeten. Ze lijkt weinig energie te hebben en nu ze 3 jaar oud is, wordt dat alleen maar minden. We vrezen het ergste!”.
“Je bedoelt dat jullie bang zijn dat ook deze Caitir jullie vroegtijdig zal verlaten om af te reizen naar de andere wereld? Net als de eerste Caitir?”
“Ja, lieve Eleonora, dat is onze vrees!”.
“Hebben jullie al eens met deze Caitir gesproken over haar oudere zusje in de andere wereld? Haar uitgelegd dat zij niet meer in deze wereld is, maar wel een plek in jullie harten heeft. Dat jullie heel veel van haar hielden. Zo veel, dat het te pijnlijk is om over haar te spreken. En dat jullie zo veel van haar hielden, dat zij dezelfde naam heeft gekregen. Als herinnering aan de eerste Caitir. Hebben jullie dat al gedaan lieve Kylee?”
“Nee”, antwoorde een wat verbaasde Kylee, “het was voor ons altijd zo pijnlijk en verdrietig, we hebben nooit meer over haar gesproken”.
“Het lijkt mij goed dat jullie dat eens gaan doen lieve zus. Ga naar huis, neem deze steen Cargan mee. Cargan staat voor liefde, voor zachtheid, voor er bij horen. Zoek bij deze steen iets wat voor jou staat voor je eerstgeboren Caitir. Laat jou mooie man Kelvan en je lieve dochters en zoons hetzelfde doen. Leg hen uit dat er al eerder een Caitir was. En geef haar, samen met je man en je andere kinderen, een mooie plek in huis. Leg Cargan op deze plek voor de eerste Caitir, neer en ook alle voorwerpen, die jullie samen hebben verzameld of gemaakt. Steek daar elke avond een kaarsje aan met jullie liefde voor de eerste Caitir en voor elkaar in gedachten”.
Kylee nam afscheid van Eleonora en haastte zich, met Ginebra en Beagan, terug naar het kasteel. Kelvan wachtte haar al vol spanning op, nam haar liefdevol in zijn armen en drukte twee zoenen op haar wangen en één op haar voorhoofd. Kylee vertelde wat Eleonora had gezegd. Ze riepen hun zonen en dochters bij elkaar en vertelden hen van de eerste Caitir. Samen zochten ze voorwerpen bij elkaar en richten in de mooiste kamer een mooi hoekje voor haar in. Daar werden alle voorwerpen neergelegd die zij hadden verzameld en gemaakt. De mooiste kandelaar met de fijnste kaarsen werd er bij gezet.
En elke avond, voordat zij samen gingen eten, stak Kylee de kaars aan. Met het ontvlamde zwavelstokje, dat Kelvan haar aangaf. De dochters bliezen het zwavelstokje samen uit, terwijl de zoons op de achtergrond zachtjes trommelden. In stilte keken ze samen, hand in hand naar de plek voor de eerste Caitir.
Daarna aten ze, de jongens vertelden elkaar de stoere verhalen van hun belevenissen van die dag en de feeëndochters kletsten er lustig op los. Ook de tweede Caitir, zij bruiste van energie en na het eten was zij vaak degene die vroeg: “ach papa en mama mogen we eerst nog één spelletje doen voordat we slapen gaan? Ik ben nog lang niet moe”.
Contactgegevens
Yvonne Arnst
Boerhoornstraat 43
7846 AA Noord-Sleen
telefoonnummer 06 48 76 50 84
Kamer van Koophandel nummer 67233112
BTW nummer is NL001524622B95
© 2024 - Yvonne Arnst